Slide Background
Dynamisch Testen & Potentieel om te Leren
Focus op cognitief potentieel

Prof.dr.Wilma C.M. Resing
Unit Developmental and Educational Psychology
Institute of Psychology. Leiden University

Project:  Kan een tafelrobot een kind helpen met het oplossen van taakjes in de klas? 

Onderzoekers: Prof. dr. Wilma Resing en anderen

robot1Het Dynamisch Testen Lab doet, samen met WittyWorx, onderzoek naar de effectiviteit van Dynamisch Testen  wanneer gebruik gemaakt wordt van een tafelrobotje. Dynamisch testen is vaak arbeidsintensief. Het idee is na te gaan of het kind getraind kan worden door middel van een robotje; ook kan op deze wijze elk kind gemakkelijker hints krijgen  op zijn of haar eigen niveau. Dit wordt wel “dynamic scaffolding” genoemd.  Het gebruik van een dynamische test kan meer inzicht geven in de leerprocessen die spelen tijdens training en het vermogen om te leren. Bovendien krijgt de leerkracht of intern begeleider meer informatie over de gewenste wijze van begeleiding in de klas.

Doel van het onderzoek is het in kaart brengen van de effectiviteit van een dynamische testprocedure (test-train-test) volgens de ‘graduated prompts’ methode en individuele verschillen in de wijze waarop kinderen van training profiteren.  Het onderzoek streeft naar verbeterde handelingsgerichte diagnostiek in het kader van passend onderwijs.

tafelrobot

De robot ondersteunt het oplossen van een tweetal taken die opgelost worden met echt materiaal (Tangibles); series (zie ook de projecten over de TikTegel hiervoor) en de Tower of Hanoi, een complexe probleemtaak.

begineind

Project Dynamisch Testen en Cognitieve Flexibiliteit-1

Onderzoekers: Femke Stad, MSc en Prof. dr. Wilma Resing

flexDit onderzoek richt zich op de vraag hoe het leerpotentieel van kinderen samenhangt met hun mate van cognitieve flexibiliteit. Cognitieve flexibiliteit bepaalt onder andere hoe snel en accuraat kinderen een ander perspectief in kunnen nemen of zich kunnen aanpassen aan veranderende eisen, regels en taken. Er wordt steeds meer onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van cognitieve flexibiliteit in jonge kinderen, maar er is nog maar weinig bekend over de relatie tussen cognitieve flexibiliteit en hun leerpotentieel.

In dit onderzoek participeren basisschool kinderen uit groep 3, 4 en 5. De cognitieve flexibiliteit wordt in kaart gebracht aan de hand van een korte sorteertaak, de Modified Wisconsin Card Sorting Task (M-WCST). Daarbij wordt bij deze kinderen een serieel redeneertaak afgenomen, een variant van de test zoals gebruikt in de TikTegel projecten.

cognitieve flexibiliteit

Deze taak, bestaande uit een voormeting, twee korte trainingsessies en een nameting, geeft een indicatie van het leerpotentieel van de kinderen. Tijdens de trainingsessies krijgen kinderen, naar behoefte, op een geprotocolleerde manier hulp geboden in de vorm van feedback en hints. Deze hints variëren van algemene, metacognitieve hints tot stap-voor-stap uitleg van de aangeboden opgave. Deze methode, de ‘graduated prompts’ aanpak, stelt ons in staat om een uitspraak te doen over  de mate waarin kinderen profiteren van hulp en van welk type hint of instructie zij het meest leren. Tevens wordt de leerkrachten gevraagd een inschatting te geven van het schoolse functioneren van kinderen en hun leerpotentieel. Op deze manier kunnen we een vergelijking maken tussen hoe kinderen presteren op de dynamische taak en op school.  

Hoofddoel van het onderzoek is in kaart te brengen in hoeverre de mate van cognitieve flexibiliteit van kinderen van invloed is op hun prestaties op de dynamische redeneer taak. Hiermee kunnen we een uitspraak doen over hoe het cognitieve potentieel van leerlingen samenhangt met hun mate van flexibiliteit.

Project Dynamisch Testen met de TikTegel: Huidig Onderzoek

Onderzoeker: Prof. dr. Wilma Resing en anderen

De taak

 Het materiaal waarmee wordt getest varieert maar gaat uit van steeds hetzelfde principe: het kind ziet een serie complexe plaatjes, bestaande uit verschillende blokjes die variëren in kleur en patroon. Het kind moet bedenken wat het volgende plaatje in de rij zal zijn. Dan moet het op de elektronische plaat (TikTegel) met de blokjes die op tafel liggen. 

tiktegel

Doelen van het onderzoek:

  • Kijken naar het potentieel om te leren van kinderen uit diverse culturen
  • Kijken naar veranderingen in oplossingsgedrag van kinderen
  • Kijken of groepjes kinderen gevonden kunnen worden die meer of minder of anders profiteren van training
  • Nagaan of de resultaten van dynamisch testen te gebruiken zijn in de schoolsetting
  • Kijken naar de executieve vaardigheden van kinderen in relatie tot hun potentieel om te leren.

Een goede manier van trainen is de graduated prompts approach. Deze bestaat uit het geleidelijk aan laten zien hoe de taak opgelost moet worden, waarbij het kind zoveel mogelijk zelf doet. Een kind dat weinig hulp nodig heeft doet het dus beter dan een kind dat alle hulp die je kunt bieden nodig heeft. Een kind dat het zelfstandig kan doet het nog weer beter. Uiteraard doe je bij deze benadering wel een keer voor wat er gedaan moet worden; immers het kind moet zich een idee vormen van de taak en de taakvereisten. De training is een combinatie van metacognitieve hulp (wat moet ik doen, hoe ga ik het doen, hoe heb ik het gedaan) en uitleg van de taak. Dit werkt bij veel kinderen beter dan alleen te vertellen hoe de taak opgelost moet worden. Het kind wordt zelf actiever bij het oplossen van de taak.

electronische plaat

Project Dynamisch Testen met de TikTegel: Algemeen

Onderzoeker: Prof. dr. Wilma Resing en anderen

In samenwerking met SeriousToys is door het Dynamisch Testen Lab onderzoek uitgevoerd naar de bruikbaarheid van een dynamische test met “echte” materialen op een elektronische ondergrond.

Uitgangspunt voor gebruik van elektronische “tangibles/materialen”

  • Tijdens een test een goed beeld krijgen van het potentieel om te leren
  • Kinderen ondersteunen in de ontplooiing van hun cognitieve vaardigheden
  • Nauwgezet volgen van elke stap in het oplossingsproces
  • Uit oplossingswijze van het kind stappen voor training afleiden
  • Beeld van het cognitief ontwikkelingsniveau plus individuele adviezen (passend onderwijs).
  • Gestandaardiseerd worden gewerkt terwijl kind optimaal gemotiveerd wordt en in een natuurlijke setting werkt
  • Langs elektronische weg scoring van tal van variabelen worden bijgehouden en in rapportage verwerkt; Instructiebehoefte, hoeveelheid en type hulp
  • Adaptieve, graduele hints testafname
  • Het kind, naar wat het nodig heeft, geïndividualiseerde hulp worden geboden
  • Tegelijkertijd maakt de werkwijze gebruik van een computer, toetsenbord en muis door het kind overbodig.

 TikTegel

tiktegelDe TikTegel (TagTiles) is een elektronisch speelbord, waarop spellen of taken geïmplementeerd kunnen worden. Dit bord geeft instructies en feedback (verbaal, visueel, geluid) aan het kind. Door middel van deze testwijze kan:

  • Gestandaardiseerd worden gewerkt terwijl kind optimaal gemotiveerd wordt en in een natuurlijke setting werkt
  • Langs elektronische weg scoring van tal van variabelen worden bijgehouden en in rapportage verwerkt; Instructiebehoefte, hoeveelheid en type hulp
  • Adaptieve, graduele hints testafname
  • Het kind, naar wat het nodig heeft, geïndividualiseerde hulp worden geboden
  • Tegelijkertijd maakt de werkwijze gebruik van een computer, toetsenbord en muis door het kind overbodig. 

Dynamisch testen

In al het onderzoek met de Tiktegel wordt dynamisch getest volgens het principe Voortest (zonder hulp) – Training of 2 x Training – Natest. Bijgehouden wordt hoeveel opgaven kinderen goed doen, welke stukjes ze goed leggen, hoe lang ze werken, van welke hulp ze profiteren, en de volgorde waarin kinderen de stukjes leggen.  Er is onderzoek verricht bij o.a. 7-8 jaar oude basisschoolleerlingen met verschillende culturele achtergronden.

Project Praktische Toepassing van Dynamisch Testen

Onderzoekers: Prof. dr. Wilma Resing en anderen

dt-praktischIn samenwerking met het Haags Centrum voor Onderwijsbegeleiding (HCO) voert het Dynamisch Testen Lab een onderzoek uit naar Dynamisch Testen met de AnimaLogica (ontwikkeld in het lab door Resing & Stevenson), een test die analogisch redeneren meet. Analogische redeneervaardigheden worden als essentieel voor schools leren beschouwd en staan centraal bij het meten van intelligentie. Ze zijn daarom zeer geschikt voor een algemene inschatting van het leervermogen van een kind. 

Het onderzoek richt zich op de toegevoegde waarde van dynamisch testen in vergelijking met eenmalig statisch testen. Prestaties van basisschoolleerlingen worden vergeleken, waarbij de ene helft van de kinderen statisch wordt getest, de andere helft dynamisch. Elk kind krijgt een voormeting, twee trainingssessies, en een nameting. Tijdens de training krijgen leerlingen gestructureerd hulp aangeboden om de taak goed op te kunnen lossen.  Stap voor stap worden hints gegeven van algemeen naar specifieker en, wanneer nodig, wordt de oplossing voorgedaan en uitgelegd. In de statische conditie worden alleen de voor- en nameting van de  analogietaak aangeboden. Tussendoor lossen de kinderen een andere taak op. 

Doel van dit onderzoek is om een betere inschatting van het leerpotentieel en redeneervermogen van leerlingen te krijgen. Er wordt nagegaan wat de (toegevoegde) waarde van dynamisch testen kan zijn voor de onderwijspraktijk: in hoeverre zijn de testwaarden voorspellend voor later leren en welke instructiebehoefte van de leerling wordt waargenomen.

Daarnaast wordt onderzocht hoe de testmaten samenhangen met de schoolprestaties van de leerlingen. Om de praktische waarde van deze informatie nader te toetsen wordt aan leerkrachten / onderwijsadviseurs gevraagd in hoeverre de statische en/of de dynamische testinformatie zou kunnen bijdragen aan het opstellen van instructie- en handelingsplannen. Op deze manier wordt het mogelijk om na te gaan of dynamisch testuitkomsten aanvullende informatie kunnen bieden.

In vervolgonderzoek wordt gekeken of de dynamische testprestaties overeenkomen met de ideeën van leerkrachten over het potentieel om de leren van de kinderen en met de schoolprestatiebeoordelingen die leerkrachten geven. De gegevens worden gebruikt in het kader van de ontwikkelingen van individuele handelingsplannen en passend onderwijs.

Het onderzoek is uitgevoerd samen met het HCO en met dr. Claire Stevenson.