RAKIT-2

Sinds het najaar van 2012 is er in Nederland een nieuwe intelligentietest op de markt, de Revisie Amsterdamse Kinder Intelligentie Test tweede editie (RAKIT-2). Juli 2013 kwam de Commissie Testaangelegenheden Nederland (COTAN) met een positief rapport over de kwaliteiten van deze test. Hiermee is de RAKIT-2 een goede aanwinst op het gebied van intelligentie onderzoek.

rakitDe RAKIT-2 is een herziene versie van de RAKIT, een voor Nederland en Vlaanderen ontwikkelde kinderintelligentietest. Samen met collega's van de Vrije Universiteit heeft Wilma Resing de subtests uitgebreid met nieuwe items. Hierdoor is de RAKIT-2 geschikt om de cognitieve capaciteiten van kinderen in de gehele basisschoolleeftijd (4 - 12,5 jaar) te meten.  De items zijn gemoderniseerd en er zijn makkelijkere en moeilijkere items toegevoegd. Hierdoor is de RAKIT-2 ook geschikt voor kinderen met lagere cognitieve capaciteiten omdat de test, aan de onderzijde, nu een bereik heeft tot een IQ van 40. De uitbreiding met moeilijkere items heeft plaatsgevonden om de test ook bij 12-jarigen af te kunnen nemen. Er zijn geen goede normen voor kinderen van deze leeftijdsgroep (4 - 12,5 jaar) in het voortgezet onderwijs of kinderen die nog niet naar school gaan. Het gebruik van de RAKIT-2 bij deze kinderen wordt afgeraden.

De afname duurt ongeveer 90 tot 150 minuten. Aan de hand van opdrachten bij plaatjes en ander materiaal wordt de intelligentie van een kind gemeten.De testbatterij van de RAKIT-2 bestaat uit dezelfde 12 subtests als de vorige versie, namelijk: (1) Figuur Herkennen, (2) Exclusie, (3) Geheugenspan, (4) Woordbetekenis, (5) Doolhoven, (6) Analogieën, (7) Kwantiteit, (8) Schijven, (9) Namen Leren, (10) Verborgen Figuren, (11) Ideeënproduktie en (12) Vertelplaat. De RAKIT-2 geeft naast een totaal IQ ook informatie over de Perceptuele Redeneerfactor, Verbale Leerfactor, Ruimtelijk Oriëntatie factor en Verbale Vlotheidsfactor. Deze vier factoren maken een duidelijk onderscheid tussen verbaal en niet-verbaal, maar ook tussen het verwerken en het handelen met informatie. Zo ontstaat er een genuanceerd beeld van een intelligentieprofiel.

De RAKIT-2 wordt uitgegeven door Pearson.

 

Onderzoek

Het domein: inductief redeneren

Taken waarbij inductief redeneren een rol speelt zijn o.a.

  • Seriatie;
  • Classifica­tie;
  • Exclusie;
  • Matrices;
  • Analogie;
  • Spelling en nadere toepassingen met behulp van analogieën;
  • Ook de taalontwikkeling omvat allerlei vormen van inductief redeneren.

Taken die inductief redeneren vereisen zijn op te lossen door het ontdekken van gelijkheid, van verschillen, of van beide, tussen kenmerken van de taak of het ontdekken van verbanden tussen ken­merken van de taak. Zo kun je, als kind, bijvoorbeeld het aantal groene en rode blokjes tellen van een taakje, maar je kunt ook naar veranderingen in de grootte van de blokjes kijken. De vergelijkingsprocessen bevatten zowel cognitieve als metacognitieve componenten: je moet alle kenmerken van de taak bekijken, overeenkomsten en verschillen en relaties zien en op grond daarvan “beslissen“ hoe je de taak oplost.  Je moet bedenken of je al eerder zoiets hebt gedaan, en de volgorde van oplossen evenals de controle op de oplossing bepalen.  Overkoepelend in alle taken is het inductieve proces: op basis van een beperkte hoeveelheid informatie zelf tot een oplossing van de taak kunnen komen.

De werkwijze

testen3Een beproefde vorm van dynamisch testen is het zogenaamde pretest-training-posttest ontwerp, ook wel het sandwich format genoemd. Dit ontwerp bestaat uit een voormeting waarbij het kind wordt gevraagd om een bepaalde taak op te lossen zonder dat hierbij assistentie wordt verleend. Na deze meting krijgt het kind training, waarbij hulp wordt verleend in de vorm van instructie en feedback op basis van de door hem of haar gegeven antwoorden. Vervolgens wordt een nameting afgenomen, waarbij ook geen assistentie wordt verleend. Deze opzet maakt het mogelijk om een goed inzicht te verkrijgen in het vermogen dat een kind heeft tot leren, het potentieel om te leren.

Een andere werkwijze die veel informatie oplevert over zelfstandige veranderingen in de manier waarop een kind de taken oplost is het simpel herhaaldelijk aanbieden, met alleen aan het begin een instructie. In deze situatie kan nauwgezet bijgehouden worden hoe het kind leert van het herhaaldelijk doen van een taak. Ook op deze wijze kan men inzicht krijgen in het vermogen dat het kind heeft om te leren.

Idealiter worden sandwich methode en herhaalde aanbieding met elkaar gekoppeld, als is de werkwijze wel arbeidsintensief. Deze dient derhalve, bij elke vraagstelling, aangepast te worden aan de situatie.

Voor wie geschikt?

Kinderen zijn niet altijd in de gelegenheid geweest optimale leerprestaties te leveren en kunnen daarom soms onderpresteren op statische tests. Hier valt te denken aan kinderen met een taal- of culturele achterstand maar ook tal van andere groepen kinderen, zoals dove kinderen, kinderen met gedragsstoornissen. Vrijwel altijd leidt een diagnostische vraag over het cognitief niveau waarop een kind functioneert tot een extra vraag: is dit het werkelijke niveau of kan het kind meer dan het laat zien?  

Een andere reden om dynamisch te testen is de mogelijkheid meer inzicht te krijgen in de manier waarop een kind leert, met of zonder aanvullende instructie.

In dynamische testen zijn instructie en feedback verweven in het toets- of testproces. De instructie en feedback kunnen zowel op gestandaardiseerde wijze, als op geïndividualiseerde, op het individu afgestemde wijze worden gegeven. Dit biedt de mogelijkheid het kind precies datgene te bieden waar hij of zij behoefte aan heeft. Het is deze feedback die wordt gegeven tijdens het toets- of testproces die inzicht biedt in de manier waarop het kind leert. 

Subcategorieën